In 1946, de oorlog was maar net voorbij en er was nog gebrek aan van alles en nog wat, moest toch het zilveren huwelijksfeest gevierd worden. Er werd een zaaltje gehuurd bij Kuys Witsenburg, er werden sketches ingestudeerd, Cor Bruens zou met een bandje komen, kortom het feest kon beginnen. Buurvrouw Rie Verlaan werd ingeschakeld om de bar te runnen.

Ik vond dat ik als 14-jarige natuurlijk best een pilsje mocht drinken, alhoewel ik toch wel besefte, dat pa het niet zo zou zien zitten. Als Rie een pilsje voor me inschonk keek ik bij ieder slokje dus even of pa niet keek. Dat lukte, dacht ik, vrij aardig.

Een week of twee later zei pa:  "Jij houdt ook wel van een pilsje..., hoeveel heb je eigenlijk gedronken?"
"Een paar," antwoordde ik, niet helemaal gerust.
"Nou," zei pa, "Ik heb er precies zes geteld"
Hem nam je niet in de maling.

Aad